Hartverscheurende verhalen

Zondag 16 oktober 2016

Week 7 in Bal Ashram, Sothana, Rajasthan, India

Het onderzoek van de behandelingen
Onderzoeker dr. Arnold van Emmerik en ik zijn druk bezig geweest met de validatie van de vragenlijsten in het Hindi. We hebben 3 vragenlijsten die de kinderen voor en na de behandeling gaan invullen. Deze vragenlijsten bestaan echter nog niet in het Hindi. Indiase priester en vriend van de stichting Michael Tirkey, heeft de vragenlijsten vertaald van het Engels naar het Hindi. Radhika Kollapuran, ook een supporter van de stichting, heeft de vertaalde vragenlijsten weer terug vertaald naar het Engels. Vervolgens hebben Arnold en ik samen gekeken naar de overeenkomsten en verschillen en hebben na een aantal kleine aanpassingen de vragenlijsten definitief gemaakt. Op deze manier zijn de vragenlijsten gevalideerd in het Hindi en kunnen veel mensen hiervan profiteren.
Bij deze willen wij Radhika en Michael nogmaals bedanken voor hun inzet en vrijwillige bijdrage!

Een van de vertaalde vragenlijsten

questionnaire cries emdr

Talenrijk
Inmiddels ben ik ruim 9 weken in India en 7 weken in Bal Ashram. Ik praat meer Hindi dan ik ooit heb gedaan. Soms moet ik zoeken naar de juiste woorden en grammatica en soms gaat het heel vloeiend. Ik ben in Nederland geboren en getogen en denk dan ook in het Nederlands. Dat ben ik mij hier gaan realiseren, nu ik bijna geen Nederlands praat. Alle gesprekken met de kinderen en het team voer ik in het Hindi, op twee collega’s na. Met hen praat ik Engels. Alle verslagen schrijf ik in het Engels. Met het thuisfront, praat ik wel Nederlands. Het is constant schakelen tussen deze drie talen. Ik merk wel dat ik meer in het Hindi ga denken, dat maakt dat ik meer vloeiend Hindi praat. Soms voel ik mij erg op mijn gemak bij iemand en begin spontaan Nederlands te praten. Zodra ik en de ander dit door hebben, moeten we hard lachen. Ik denk dat ik mij bij jou op mijn gemak voel, zeg ik dan.

22 uur per dag, 7 dagen in de week: werken
Alle verhalen in de ashram raken mij, ieder op hun eigen manier. De verhalen van Indra en Sukra raken mij diep. Dit zijn twee jongens van 13 jaar, die sinds 1,5 in Bal Ashram wonen. Zij komen uit hetzelfde dorp. Hun ouders hadden weinig geld en toen vertelde iemand uit het dorp dat er in een andere staat veel werk is en dat ze er mensen zoeken om te werken. Ze gingen niet naar school, dus stuurden hun ouders hen mee met deze werkbemiddelaar. Ze moesten 2,5 tot 3 jaar op het land werken en waren ongeveer 8 jaar toen zij daar begonnen. Indra en Sukra werkten tussen de 22 en 24 uur per dag, 7 dagen in de week. Vooraf was er beloofd dat de kinderen ongeveer 1.000 rupee (13,50 euro) per maand zouden krijgen. De eerste maand kregen de ouders van Indra en Sukra 500 rupee en hebben daarna niets meer ontvangen.
De kinderen werden geslagen met een houten stok als zij te moe waren om te werken of als zij om extra kleding vroegen. De kinderen moesten ook in de nacht werken en in de noordelijke deelstaten kan het dan behoorlijk koud worden. Sukra vertelt dat zij met Holi (Indiaas nationaal feestdag voor het inluiden van de lente) verplicht werden om een fles sterke drank te drinken. Als ze weigerden werden ze geslagen. Ze mochten maximaal 3 tot 4 keer week douchen en kregen 1 soms 2 maaltijden per dag.
Op een dag was Sukra samen met andere jongens weggelopen, Indra durfde niet. Hun baas heeft hen toen betrapt en in elkaar geslagen. Hij deed dit voor alle kinderen, zodat de rest niet meer zou durven om weg te lopen. De politie is een aantal keren langs geweest, maar deze werd omgekocht door hun baas. Wat moeten de kinderen zich wanhopig en onveilig gevoeld hebben. Ik vraag tijdens het interview met Sukra, of er nog meer ingrijpende gebeurtenissen zijn geweest. “Mijn vriend, Sunit is overleden daar.” Ik kijk hem verbaasd aan. Ik krijg een brok in mijn keel. Ik kan even niets zeggen. Ik heb veel nare verhalen gehoord, maar een kind overleden! Dit is zo verschrikkelijk en verdrietig om te horen. Ik leg mijn hand op die van Sukra en begin het verhaal in de computer te typen. Ondertussen kan ik mijn tranen bedwingen. Ik moet er nu voor Sukra zijn, gaat er door mijn hoofd. Ik probeer mij sterk te houden en troost hem.
Sunit is overleden aan de gevolgen van uitdroging en uitputting. Sukra voelt zich verantwoordelijk en schuldig. Hij had zijn baas gebeld, maar die kwam te laat. Op een dag werden Sukra en Indra bevrijdt door Vijay, een activist van Bachpan Bachao Andolan en werknemer van Bal Ashram. Ik vraag later aan Vijay was er is gebeurd met deze baas. Hij is opgepakt door de politie en heeft een gevangenisstraf van 3 jaar gehad. Mijn boosheid zakt, maar mijn onbegrip blijft. Ik kan mij niet voorstellen dat mensen andere mensen zo kunnen behandelen. En waarom? Alleen voor het geld. Ongelofelijk!
Ook in Nederland raken verhalen mij, maar ik merk dat de verhalen in Bal Ashram mijn nog dieper raken. Ik vermoed dat dit komt, omdat het hier om kinderen gaat en omdat ik hier met hen samen leef. Naast de werkrelatie, hebben wij voornamelijk een persoonlijke relatie opgebouwd. Een broer-en-zus-band. Dat is mooi, maar af en toe ingewikkeld.

hurting

Rishma Khubsing
“Elk mens heeft recht op psychologische hulp”

In verband met de privacy zijn de namen van de kinderen veranderd.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *