11 september 2016, week 2 in Bal Ashram, Rajasthan – India
Mijn eerste week in Bal Asham is voorbij gevlogen. De collega’s van van het team van New Delhi (hoofdkantoor van BBA) met wie ik een vriendschap heb opgebouwd , zijn vertrokken. Met hen heb ik vanuit Delhi samen gereisd naar Jaipur en zijn we een week intensief met elkaar opgetrokken. Het voelt het een beetje raar dat zij weggaan zonder mij. De kinderen vragen of ik verdrietig ben omdat mijn vriendinnen weg zijn. “Ja, ik ben wel een beetje verdrietig. Ik ga hen missen, maar gelukkig heb ik jullie hier”, zeg ik glimlachend. De kinderen vragen een beetje ondeugend of ik het echt meen. Ik zeg dat ik het zeker meen en begin hen te kietelen. Ze schateren van het lachen en dat maakt mij meteen weer vrolijk.
Een vertrouwensband opbouwen
Deze week stond vooral in het teken van het opbouwen van een relatie met de kinderen. Sommige kinderen maken spontaan contact met mij door op mijn schouder te leunen of door allerlei vragen te stellen. Ze vragen regelmatig hoe lang ik blijf. Ik stel hen steeds gerust dat ik echt 3 maanden bij hun blijf. “Echt 3 maanden?” wordt er geroepen. “Ja, echt 3 maanden.”
Raja, een jongen van 16 jaar, komt naar mij toe; “Didi je bent nu verdrietig omdat jouw vriendinnen weg zijn.” Hij vertelt dat er een week geleden een groep vrijwilligers uit Taiwan na twee weken in de Ashram ook zijn vertrokken. Raja vertelt mij dat iedereen toen ook erg verdrietig was. Hij vraagt wat er gaat gebeuren als ik na 3 maanden weg ga. “Het zal heel moeilijk zijn didi.” Ik probeer hem gerust te stellen; “Het zal zeker niet makkelijk zijn, maar ik kom terug!” Voorzichtig vraagt Raja ”Echt waar? Zal je ons niet vergeten, didi?” “Hoe kan ik jullie nou vergeten”, zeg ik terwijl ik een arm om Raja heen sla. Gelukkig verschijnt er een glimlach op zijn gezicht.
Het opbouwen van een band gaat bij veel kinderen net als bij Raja op een natuurlijke manier. Omdat we samen leven, voel ik mij al snel onderdeel van deze gemeenschap en ik wordt ook al snel gezien als een van hen.
Met de jongere kinderen maak ik vooral spelenderwijs contact. Dit gaat mij gemakkelijk af, omdat ik vrij speels ben van aard. Ik heb bijvoorbeeld het spelletje ‘ klop klop, wie ben ik’ met hen gespeeld. “Knock knock main kaun hu?” We gebruikten hier allerlei gekke geluiden voor en hebben hebben veel gelachen.
Sunil
Tijdens dit spelletje zit Sunil van 12 jaar op de grond. Hij wil niet mee doen. Sunil speelt graag alleen en maakt beperkt contact met anderen. Hij begroet mij elke ochtend, net als de anderen kinderen met “Namaste didi”. Ik probeer subtiel toenadering te zoeken. Hij reageert, maar wil niet lang in contact blijven en trekt zich opnieuw terug. Op een ochtend deed ik mee met de informele les in Bal Ashram. De meeste kinderen hebben geen scholing gehad voordat zij naar Bal Ashram komen. Daarom starten ze met de informele les binnen Bal Ashram. Ze leren hier lezen, schrijven en rekenen. Wanneer er een basis is gelegd, gaan ze naar de formele school buiten de Ashram. De jonge kinderen (8-10 jaar) waren aan het rekenen en de iets oudere kinderen ( 11-13 jaar) waren bezig met taal. Sunil zat om zich heen te kijken. Hij had een paar cijfers opgeschreven, maar had geen idee wat hij verder moest doen. Ik dacht, ik ga nog een poging wagen om contact te maken.
Eerst ben ik in zijn buurt gaan zitten en met andere kinderen gaan praten over wat zij aan het doen zijn. Op deze manier kan Sunil wennen aan mijn aanwezigheid. Langzaam maak ik oogcontact en vraag, hoe gaat het met jou? “Het gaat goed met mij,” zegt hij. Wat ben je aan doen, vraag ik. Hij laat mij zijn schrift zien. Hierop zijn een aantal cijfers te zien; 1, 2, 3. De bedoeling is dat de kinderen de cijfers 1 tot 100 opschrijven, maar dit lukt Sunil niet. Ik vond het zo droevig om te zien hoe hij hiermee worstelde maar geen hulp durfde te vragen.
“Zal ik je helpen?” vraag ik. Hij kijkt mij aan, zegt niets en geeft mij zijn schriftje. Ik probeer spelenderwijs met hem verder te tellen. Het tellen tot 10 lukt maar het schrijven nog niet. Op het schoolbord zijn een aantal cijfers opgeschreven. Ik wijs ernaar en stel voor dat hij de cijfers kan overschrijven. Dit doet hij, maar het lukt niet elke keer om de cijfers goed over te nemen. Sunil zucht en legt zijn zijn spullen weg. Ik vraag of hij het goed vindt als we samen de cijfers opschrijven. Hij kijkt mij wat ongemakkelijk aan. Ik heb het gevoel dat hij dit liever niet wil, maar ik weet even geen andere manier. Ik leg mijn hand op de zijne en we schrijven samen een aantal letters. Hij laat dit toe, maar probeert wat ruimte te creëeren tussen onze handen. Ik laat zijn hand los en probeer hem instructies te geven door in de lucht de cijfers te tekenen.
Deze dag heb ik meer contact kunnen maken met Sunil. Daar ben ik blij om, maar ik ben er nog niet. Ik vraag mij af wat de reden is dat hij meer alleen wilt zijn en weinig contact met anderen maakt. De kinderen zeggen dat Sunil anders is. Dat valt mij ook op maar wat maakt hem nou precies zo anders, wat is de oorzaak hiervan? Ik hoop hier de komende weken meer duidelijkheid over de krijgen.
Intakegesprekken en deskundigheidsbevordering
Sinds deze week komen er een aantal kinderen naar mij toe en vragen wanneer zij hun verhaal aan mij kunnen vertellen. Bijvoorbeeld Ravi (13 jaar); “Didi, ik wil graag met jou praten. Ik voel mij vaak verdrietig. Ik heb geen ouders meer.” In een reflex geef ik hem een aai over zijn bol, “Ik ga jou helpen, maak je geen zorgen oké?” Hij knikt voorzichtig en er verschijnt een kleine glimlach op zijn gezicht.
Ik ben begonnen met het afnemen van het M.I.N.I. Internationale neuropsychiatrisch interview. Met behulp van dit interview breng ik de psychische klachten in kaart en stel ik eventueel een diagnose. In de volgende blog zal ik hier meer over vertellen.
Ook wordt momenteel het draaiboek van de workshop ‘Mental Health’ vertaald naar het Hindi, omdat de meeste teamleden beperkt Engels spreken. Ik verwacht de workshop binnen nu en 3 weken te kunnen geven. Na de workshop zal ik het team wekelijks coachen over psychologische vraagstukken.
Namaste, Rishma Khubsing
Note: Vanwege de privacy van de kinderen, zijn de namen in deze blog veranderd.